donderdag 28 november 2013

Mijn jeugd op het eiland Marken - Neeltje Mostert (Boek)

Hoe was het om op te groeien op het eiland Marken? Met verhalen en anekdotes geeft Marie de Groot een boeiend beeld van haar jeugd op het eiland in de periode 1932-1951. Ze vertelt over het gezin, het sociale leven en de klederdracht. Dit boek geeft een autobiografisch en cultuurhistorisch beeld van tradities en overtuigingen van de Marker bevolking in die tijd.
Het is een aangrijpend verhaal over een bestaan dat niet meer bestaat, over een eiland dat geen eiland meer is en over een gezin dat uiteindelijk ongewild hun geliefde eiland moet verlaten.

auteur : Neeltje Mostert
aantal pagina's : 154
geïllustreerd : ja
uitvoering/formaat : paperback 16 x 24 cm
ISBN : 978-94-6089-132-8
verschijningsdatum : 30 oktober 2009
vaste prijs : € 16,95

Een stukje uit het boek:

We moeten toch naar ons werk in Monnickendam, ook al is de Gouwzee bevroren. Met slecht zicht gaan we met een groep op weg. De voorste man heeft een misthoorn bij zich en een touw. De achterste man en iedereen er tussenin heeft het touw vast, zodat we elkaar niet kwijt raken. Zo schaatsen we van baken naar baken.
Als het heel hard vriest, horen we wel eens een hevige knal. Dan weten we dat het ijs tussen Marken en Monnickendam gescheurd is. Eén man is zo slim om een brug over de breuk te maken. Iedereen die wil passeren moet een dubbeltje betalen. Mem geeft me iedere ochtend een dubbeltje. Maar ja, dat is veel geld waar je leuke dingen voor kunt kopen. Met een ferme aanloop spring ik over de scheur heen, dat doen meer jongelui. Dat is wonder boven wonder nooit fout gegaan.
Op een dag gaat het regenen als ik aan het werk ben in Monnickendam. Alle mannen uit de fabriek of kantoor en schoolkinderen worden naar huis gestuurd, want er komt water op het ijs! Ta en Klaas gaan ook naar huis, terwijl ik nog in mijn werkhuis in Monnickendam ben. Ze vergeten om te kijken of ik al naar huis ben. Daar sta ik dan, heel alleen. Een Marker man ziet me staan en vraagt me: "Moet jij niet naar huis?". Hij haalt zijn schaatsen en samen gaan we op weg. Tegen de tijd dat we halverwege zijn, staat het water al hoog op het ijs en is het zicht slechter geworden. We moeten vanaf de Marker dijk binnengeroepen worden met de misthoorn! Het water staat zo hoog op het ijs dat ik tot aan mijn middel nat ben. We zijn veilig aangekomen. Mem is heel kwaad op Ta en Klaas.

http://www.boekscout.nl/html/boek.asp?id=1075

Geen opmerkingen :

Een reactie posten