zaterdag 23 november 2013

Hoe kom ik van mijn woekerpolis af?


Nooit gedacht maar toch echt gebeurd, sinds wij afgelopen zomer onze woekerpolissen af kochten en hebben omgezet, ben ik geïnteresseerd in het onderwerp woekerpolis. Wat me opviel tijdens onze zoektocht naar informatie was dat dit er bijna niet is, als je het tenminste zonder tussenpersoon wil doen. En dat was bij ons juist de opzet. Dat kwam door het eerdere gedrag van onze tussenpersoon, maar ook door aanhoudend negatieve berichten in de media over tussenpersonen zonder ethiek en verzekeraars die alle risico bij de klant leggen.

Onlangs stuitte ik op het in 2011 verschenen boek 'Woekerpolis. Hoe kom ik er vanaf?' van journalist Eric Smit en financieel adviseur René Graafsma. Vooral de laatste intrigeerde me, aangezien hij voorheen zelf woekerpolissen verkocht, uiteindelijk doorkreeg wat voor wanproduct een woekerpolis is en sindsdien mensen helpt met 'ontwoekeren'.

Het boek is niet heel eenvoudig om te lezen. Dat komt vooral door de enorme hoeveelheid feiten die over de lezer uit worden gestort. Maar gewoon doorbijten, want het is wel interessante stof (als je weet dat het om je eigen geld gaat) én noodzakelijk als je van je woekerpolis af wilt. Je moet toch echt zelf de verantwoordelijkheid nemen voor je financiële toekomst en niet meer zomaar blind varen op een tussenpersoon, die vooral de kas van zichzelf en de verzekeraar spekt en niet die van jou.

Eerst een stukje geschiedenis
Voordat de auteurs ingaan op de woekerpolissen zelf, beschrijven ze hoe het zo ver heeft kunnen komen. We lezen dat verzekeren eigenlijk een vorm van solidariteit is, die uit de 17e eeuw stamt. Kooplieden dekten met elkaar de risico's af om bijvoorbeeld bij een scheepsramp niet onmiddellijk failliet te gaan. Of in geval van overlijden, werden de nabestaanden gesteund en behoed voor een financiële ramp.

Opkomst van levensverzekeraars
Gaandeweg ontstonden er - vooral naar Engels voorbeeld - steeds meer verzekeringsmaatschappijen. Levensverzekeraars waren in het begin vooral populair bij arbeiders en kleine zelfstandigen. Dit was de manier om verzekerd te zijn van een inkomen bij faillissementen of na het pensioen. Maar geld kan in waarde dalen en een verzekerd bedrag kan te laag blijken. In de jaren 50 van de vorige eeuw zag voor het eerst een beleggingsverzekering in Nederland het licht, naar Amerikaans voorbeeld. Deze eerste Nederlandse beleggingsverzekering van verzekeraar Waerdeye (het latere Stad Rotterdam) was uniek omdat dit het eerste bedrijf ter wereld was dat zich specialiseerde in beleggingsverzekeringen.

Ondoorzichtigheid als doel op zich
Het duurde nog wel een tijd voordat dit aansloeg, maar in de jaren 80 kwam de verkoop goed op gang, ook gestimuleerd door de overheid via fiscale voordelen. En dan gaat het mis. De verzekeraars maakten er een doel op zich van om het voor de klant ondoorzichtig te maken hoe de kosten en winstprognoses tot stand kwamen. Al in de jaren '90 zijn er onderzoeken geweest die concluderen 'Wanneer een verzekeraar iets verzekert, dan loopt deze risico. Maar bij beleggingsverzekeringen loopt een verzekeraar geen enkel risico. Al het risico ligt bij de klant (...) De naam beleggingsverzekering is in feite al misleidend.'Aldus hoogleraar Arnoud Boot.

Onderzoeken naar wanpraktijken
Wat volgde is ontluisterend om te lezen. Hoewel Boot met zijn onderzoek de vinger op de zere plek heeft gelegd, gebeurde er niets. Zalm, die toen minister van Financiën was, had niet het idee dat er iets mis was in de markt van de levensverzekeraars. Deze praktijk van doen alsof je neus bloedt, duurde voort tot begin van deze eeuw. Toen werden door verschillende grote gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld illegale praktijken met beleggingsfondsen in de VS, ook in Nederland opnieuw onderzoeken gestart.

Nederland wordt wakker
Helaas leidde dit nergens toe, anders dan dat nu ook de media zich er mee gingen bemoeien. Ook de Autoriteit Financiële Markten liet van zich horen en startte een onderzoek. En zo rolde de bal steeds verder. Zelfs Zalm werd wakker. Het tv programma Radar had in 2006 zijn beruchte uitzending waarin de term woekerpolisaffaire voor het eerst werd genoemd. Steeds meer drong het door dat verzekeraars enorme kosten inhielden op de polis van de levensverzekering en dat het voor de verzekerden volstrekt onduidelijk was, wát ze nu betaalden. Consumentenorganisaties bemoeiden er zich nu ook mee en richtten onder meer Stichting Verliespolis op.

Aanbevelingen die een wassen neus blijken te zijn
Nu werd het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) ingeschakeld door de staat om te voorkomen dat alle Nederlanders met een woekerpolis de gang naar de rechter zouden maken. Er werd gestreefd naar 'buitenrechtelijke oplossingen'. De ombudsman van het Kifid werd gevraagd om met aanbevelingen te komen. Hoeveel mocht een verzekeraar in rekening brengen, dat was de grote vraag. Wabeke deed de aanbeveling dat verzekeraars 2,5 tot 4,5 % aan kosten mochten opvoeren. Jaar op jaar, elk jaar weer. Maar dat werd er niet zo duidelijk bij verteld. Wel namen de verzekeraars de aanbevelingen massaal over en bouwden veel polissen om of boden nieuwe aan die aan de 'Wabeke-norm' voldeden.

Opnieuw was het Radar dat de mensen nog meer wakker schudde. Het programma rekende voor dat de aanbeveling van Wabeke er toe leidde dat een verzekerde met een beleggingspolis alsnog 40% van zijn inleg zag verdampen. Dat geld ging allemaal naar de verzekeraar, door het effect van rente op rente, jaar na jaar.

Dan maar zelf aan de slag gaan
Samen met de ingestorte economie en beleggingsmarkt leidt dit ertoe dat verzekerden absoluut geen gegarandeerd eindkapitaal bereiken. Dit is echter wel nodig om de hypotheek te kunnen aflossen. Of het eindkapitaal dient ter aanvulling op het pensioen. Omdat de consumentenorganisaties tot nu toe weinig vooruitgang boeken met ingediende claims bij de verzekeraars, de compensatieregelingen een lachertje zijn, de overheid het laat afweten en de verzekeraars zelf het woord 'sorry' niet uit hun strot krijgen, is er maar één ding dat je als consument kunt doen: zelf proberen af te komen van de woekerpolis.

De auteurs stellen dus dat je zelf aan de slag moet gaan. Dat doen ze met een stappenplan:

eerst controleer je of je daadwerkelijk een woekerpolis hebt
vervolgens zoek je uit of je er van af kunt komen
de aanpassingen die je doorvoert moeten overeenkomen met je oorspronkelijke financiële plan (de reden dát je de woekerpolis ooit afsloot)
je gaat de confrontatie met je verzekeraar aan
en tot slot: je dient een claim in bij de verzekeraar
Hoewel er meestal met woekerpolissen beleggingsverzekeringen bedoeld worden, gaat het in dit boek over levensverzekeringen. Want ook een europolis of pensioen is vaak zodanig van constructie dat de verhouding kosten-uitgaven ondoorzichtig is, het meer kost dan dat het oplevert en het beloofde eindkapitaal vaak bij lange na niet wordt bereikt.

Door verschillende stappen te zetten en kennis te krijgen van het verzekeraarsjargon, geven de auteurs je handvatten om zelf aan de slag te gaan. Helaas komt op mij de enorme hoeveelheid informatie wat ondoorzichtig over (dat is blijkbaar inherent aan het onderwerp woekerpolis).
Met veel informatie kan ik niets, maar het leidt wel af. Bijvoorbeeld het in het boek opgevoerde panel van personen, die allemaal een ander soort woekerpolis hebben, omdat ze allemaal een eigen financieel doel hebben. Ik begrijp heel goed dat de diverse personen staan voor de diverse manieren waarop mensen met hun geld willen omgaan. Alleen ik krijg daarbij veel informatie waar ik helemaal niet op zit te wachten, zoals over Daphne, die spaart via een polis bij Nationale Nederlanden ter aanvulling op haar naar verwachting tegenvallende pensioen:
'Dahpne gaat nauwkeurig met haar papieren om, alles strak in een map. Zo gaat ze ook om met zichzelf. Goed gekleed en met een warme open uitstraling. (...) Gaat graag op reis en verkent nieuwe werelden. Mannen zijn leuk, maar ze moeten niet in de weg zitten.' Kom op zeg, dit leidt alleen maar af!

Het boek dwingt je wel om na te denken over een aantal vragen waar je mee te maken krijgt als je van je woekerpolis af wil komen. Maar een echt stappenplan vind ik het niet. Daarvoor staat er te veel informatie in die afleidt en word je als lezer te weinig zelf aangesproken. Het (naar mijn mening) wollige taalgebruik met enorm veel uitweidingen van de auteurs maakte het vaak alleen maar verwarrend voor mij. Maar uiteindelijk is het onderwerp woekerpolis nu eenmaal geen lekker kaneelbroodje waar je je tanden in wilt zetten, maar moeilijke materie.

Buiten dat kan het boek handig en waardevol zijn, mits je als lezer dus over wat doorzettingsvermogen beschikt. En dat moet zeker als je af wil van je woekerpolis. Het bevat veel bruikbare tips, achterin tref je een handige checklist aan met aandachtspunten & vragen die je jezelf moet stellen en ook de verklarende woordenlijst (jargonversnipperaar genoemd) is heel verhelderend.

Woekerpolis. Hoe kom ik er van af?
Eric Smit en René Graafsma
isbn: 9789461560100 / € 14,95

Geen opmerkingen :

Een reactie posten